Werkgevers zijn verplicht om aan zieke werknemers minimaal 70% van het loon door te betalen gedurende een periode van 104 weken, tenzij het contract van de werknemer eerder eindigt. Daarnaast hebben werkgevers en hun zieke werknemers re-integratieverplichtingen om werknemers terug te laten keren in het arbeidsproces.

Als de re-integratie-inspanningen niet leiden tot een betermelding van de werknemer, dan doet de werknemer aan het einde van de twee ziektejaren een aanvraag voor een WIA-uitkering. Bij de aanvraag dient een re-integratieverslag te worden overgelegd. Op basis hiervan beoordeelt het UWV of de werkgever voldoende re-integratie-inspanningen heeft verricht. Dit betreft de zogenaamde RIV-toets. Komt het UWV tot het oordeel dat de re-integratie-inspanningen van de werkgever onvoldoende waren, dan kan het UWV een loonsanctie opleggen en de loondoorbetalingsverplichting van de werkgever verlengen met maximaal 52 weken.

Tijdens de RIV-toets, aan het einde van de verplichte loondoorbetalingsperiode, kan een verzekeringsarts van het UWV een eigen medisch oordeel geven over de beperkingen en inzetbaarheid van de werknemer. De bedrijfsarts verantwoordt het medische handelen en zijn actueel medische oordeel aan het eind van de eerste twee ziektejaren in het medische deel van het re-integratieverslag. Op basis hiervan is de verzekeringsarts in staat om zijn beoordeling van de medische aspecten in het kader van de poortwachterstoets en claimbeoordeling voor de Wet WIA te verrichten.

Hierbij kan een verzekeringsarts tot een van de bedrijfsarts afwijkend oordeel komen. De verzekeringsarts kan bijvoorbeeld oordelen dat de werknemer meer uren kon werken dan door de bedrijfsarts aangegeven. Een dergelijk verschil van inzicht komt in beginsel voor rekening van de werkgever door de oplegging van een loonsanctie. Werkgevers ervaren dit als een knelpunt, omdat zij willen kunnen vertrouwen op het advies van de bedrijfsarts.

Minister Koolmees heeft een wetsvoorstel ingediend dat ervoor moet zorgen dat met ingang van 1 september 2021 het medisch advies van de bedrijfsarts bij de RIV-toets leidend is. De verzekeringsarts zal dit advies dan niet langer beoordelen, wat meer zekerheid geeft aan werkgevers. Indien het wetsvoorstel van minister Koolmees wordt aangenomen, blijft het opleggen van een loonsanctie dus nog steeds mogelijk, maar de oorzaak hiervan kan niet meer liggen in een verschil van inzicht tussen de verzekeringsarts en de bedrijfsarts.