Het is niet altijd duidelijk of sprake is van algehele bedrijfsbeëindiging of slechts van beëindiging van een bedrijfsonderdeel. Daarvoor is relevant wanneer sprake is van een zogenoemde “zelfstandige onderneming”.
In een recente uitspraak van de rechtbank Noord-Holland ging het om ontslag wegens bedrijfsbeëindiging en toepasselijkheid van het opzegverbod tijdens ziekte. Bij een reorganisatie of collectief ontslag wegens bedrijfseconomische omstandigheden is de arbeidsongeschikte werknemer in beginsel beschermd door het opzegverbod bij ziekte. Hierop geldt een uitzondering indien sprake is van algehele bedrijfsbeëindiging. Dan mag de werkgever ook de arbeidsovereenkomst met de arbeidsongeschikte werknemer beëindigen, nadat hiervoor toestemming is verkregen van het UWV. In alle andere gevallen, onder meer gedeeltelijke bedrijfsbeëindiging, geldt het opzegverbod bij ziekte wel.
In deze zaak heeft Media Markt Zaandam bij het UWV een ontslagaanvraag ingediend op grond van bedrijfseconomische omstandigheden. Bij beslissing van 19 juli 2021 heeft het UWV de gevraagde toestemming voor ontslag geweigerd, omdat het opzegverbod tijdens ziekte van toepassing is. Media Markt Zaandam verzoekt de arbeidsovereenkomst met werkneemster te ontbinden vanwege de bedrijfsbeëindiging.
Oordeel
De kantonrechter beoordeelt of de uitzondering op het opzegverbod tijdens ziekte van toepassing is, waarbij van belang is of Media Markt Zaandam als zelfstandige onderneming kan worden aangemerkt. De kantonrechter is van oordeel dat er onvoldoende duidelijkheid bestaat over de werkelijke verhouding tussen de Holding enerzijds en de afzonderlijke vestigingen van Media Markt, in het bijzonder Media Markt Zaandam, anderzijds. Media Markt Zaandam heeft (te) weinig stukken ter onderbouwing van haar standpunt ingebracht. Die onduidelijkheid staat in de weg aan een geslaagd beroep op de uitzondering. Daarnaast is de kantonrechter van oordeel dat moet worden vastgesteld dat er juist sprake is van een verwevenheid die maakt dat Media Markt Zaandam niet als een zelfstandig van de Holding te onderscheiden onderneming of als een echt zelfstandig onderdeel van de Holding kan worden aangemerkt. Daartoe overweegt de kantonrechter als volgt. Enig en volledig aandeelhouder van de Holding is de Duitse onderneming Media-Saturn-Holding-GmbH. De Holding is enig aandeelhouder van alle afzonderlijke vestigingen van Media Markt in Nederland. Onduidelijk is door wie de belangrijke ondernemingsbeslissingen, zoals de sluiting van deze vestiging, worden genomen. Vaststaat in ieder geval dat voor de sluiting van de vestiging advies is gevraagd aan de OR van de Holding, waarbij “de bestuurder” de directeur HR bij de Holding was. Ook is steeds vanuit Media Markt Nederland gecommuniceerd over de sluiting van de vestiging Zaandam. Van volledige zelfstandigheid van Media Markt Zaandam blijkt hieruit niet. Dat Media Markt Zaandam een eigen CCO en managementteam heeft en een eigen winst- en verliesverantwoordelijkheid draagt, zijn weliswaar elementen van een interne zelfstandigheid en een zekere autonomie, maar deze elementen zijn in beginsel niet voldoende zwaarwegend om de conclusie te dragen dat sprake is van een zelfstandige bedrijfsvestiging. Daarbij presenteert Media Markt Zaandam zich naar buiten toe als onderdeel van Media Markt als geheel, met eenzelfde huisstijl, dezelfde producten voor dezelfde prijs en het niet hebben van een eigen website. Media Markt Zaandam is in de maatschappij niet als een zelfstandige eenheid herkenbaar.
Dat Media Markt Zaandam een te onderscheiden eigen doelgroep en klantenkring heeft, is niet voldoende onderbouwd. Met dit alles komt de kantonrechter tot afwijzing van het verzoek van Media Markt Zaandam.