Opzeggen door opdrachtgever
Een plotselinge opzegging van de overeenkomst komt veelal als een (onplezierige) verrassing. Opdrachtgevers en opdrachtnemers zijn zich niet altijd ervan bewust dat een overeenkomst van opdracht door opdrachtgever altijd kan worden opgezegd. Ook als de overeenkomst voor bepaalde tijd is gesloten (denk aan een jaarcontract met een zzp’er waarbij geen tussentijdse opzegmogelijkheid is overeengekomen), kan opdrachtgever de overeenkomst tussentijds opzeggen. De hoofdregel is immers (art. 7:408 lid 1 BW) dat de opdrachtgever te allen tijde de overeenkomst kan opzeggen. Is de opdrachtgever een particulier, dan kan niet ten nadele van deze opdrachtgever van deze hoofdregel worden afgeweken. In alle andere gevallen kunnen partijen wel een afwijkende opzegregeling overeenkomen. Dit betekent dat wanneer de opdrachtnemer bijvoorbeeld wil voorkomen dat een opdrachtgever een overeenkomst voor bepaalde tijd tussentijds kan opzeggen, in de overeenkomst expliciet moet worden opgenomen dat een tussentijdse opzegging is uitgesloten. Een dergelijke uitsluiting is derhalve alleen mogelijk tussen professionele partijen en kan niet worden opgenomen in geval van een particuliere opdrachtgever.
Afhankelijk van de omstandigheden van het geval kan het wel zo zijn dat een plotselinge opzegging door opdrachtgever zodanig nadelig is voor opdrachtnemer, dat – ook wanneer partijen dit niet zijn overeengekomen – toch op grond van de redelijkheid en billijkheid een opzegtermijn in acht moet worden genomen.
Redelijk loon
Indien de overeenkomst eindigt voordat de opdracht is volbracht of de tijd is verstreken waarvoor zij is verleend, en de verschuldigdheid van loon afhankelijk is van de volbrenging of van het verstrijken van die tijd, heeft de opdrachtnemer in beginsel recht op een naar redelijkheid vast te stellen deel van het loon. De opdrachtnemer heeft in een dergelijk geval alleen aanspraak op het volle loon, indien het einde van de overeenkomst aan de opdrachtgever is toe te rekenen en de betaling van het volle loon, gelet op alle omstandigheden van het geval, redelijk is. Op het bedrag van het loon worden de besparingen die voor de opdrachtnemer uit de voortijdige beëindiging voortvloeien, in mindering gebracht (artikel 7:411 BW).
Deze regeling geldt niet voor opdrachten waarbij de vergoeding wordt voldaan per tijdseenheid of per werkzaamheid. In zulke gevallen ontstaan de aanspraken van de opdrachtnemer immers gaandeweg de opdracht en worden zij doorgaans ook periodiek (wekelijks of maandelijks) afgerekend. De reeds verrichte doch nog niet gefactureerde werkzaamheden zullen na tussentijdse opzegging uiteraard wel alsnog vergoed moeten worden
Schadeplichtigheid
Indien de opdrachtgever een natuurlijk persoon is en niet handelde in de uitoefening van een beroep of bedrijf, is ter zake van een opzegging geen schadevergoeding verschuldigd. Deze regeling is van dwingend recht; dit betekent dat er niet onderling van kan worden afgeweken door andersluidende afspraken te maken. Is de opdrachtgever een professionele partij, dan zou deze schadeplichtig kunnen zijn indien bijvoorbeeld toch een opzegtermijn in acht had moeten worden genomen waar dit niet is gedaan. Daarnaast zou onder omstandigheden kunnen worden geoordeeld dat uit de aard van de overeenkomst kan voortvloeien dat opzegging niet zonder meer mogelijk is en derhalve schadevergoeding op zijn plaats is. Of hiervan sprake is, zal in de praktijk veelal door een rechter moeten worden beoordeeld.
Opzeggen door opdrachtnemer
Voor opdrachtnemer liggen de kaarten anders. Waar opdrachtgever te allen tijde kan opzeggen, kan opdrachtnemer dit slechts indien sprake is van gewichtige redenen of wanneer de overeenkomst voor onbepaalde tijd is overeengekomen en niet door volbrenging eindigt. Van gewichtige redenen is sprake indien veranderingen in de omstandigheden van dien aard zijn dat de opdracht billijkheidshalve dient te eindigen (bijv. als opdrachtnemer op goede gronden het vertrouwen in opdrachtgever heeft verloren).