Op 10 juli jl. heeft de Eerste Kamer het wetsvoorstel Compensatie transitievergoeding zieke werknemers aangenomen. De gewijzigde wettekst treedt op 1 april 2020 in werking.
Door de invoering van de Wet Werk en Zekerheid (WWZ) zijn werkgevers ook een transitievergoeding verschuldigd aan werknemers van wie de arbeidsovereenkomst na 104 weken arbeidsongeschiktheid wordt opgezegd. Veel werkgevers hebben hier moeite mee, omdat zij in een dergelijke situatie enerzijds reeds al die tijd loon hebben doorbetaald en kosten voor re-integratie hebben gemaakt, terwijl anderzijds een transitievergoeding in die situatie haar doel voorbij gaat. De transitievergoeding is immers bedoeld – kort gezegd – ter bekostiging van de transitie van werk naar werk, terwijl daarvan bij een volledig arbeidsongeschikte werknemer in beginsel geen sprake zal zijn. Werkgevers vinden het – kort gezegd – dan ook niet terecht dat zij in een dergelijke situatie (nog meer) kosten moeten maken ter zake de transitievergoeding. Dit heeft ertoe geleid dat steeds meer werkgevers ervoor kiezen een dienstverband na 104 weken arbeidsongeschiktheid slapend te houden. Immers, na 104 weken geldt voor de werkgever geen loondoorbetalingsplicht meer en door het dienstverband slapend te houden, hoeft de werkgever ook geen transitievergoeding te betalen.
Nadelen van een slapend dienstverband kunnen zijn dat aan een gedeeltelijk zieke werknemer op enig moment alsnog passende arbeid moet worden aangeboden, dat in geval van passende arbeid deze werkzaamheden als nieuw bedongen arbeid kunnen worden aangemerkt (waardoor bij een nieuwe ziekmelding de termijn van twee jaar opnieuw gaat lopen), dat de omvang van het arbeidsverleden blijft toenemen, etc. Het is afhankelijk van diverse omstandigheden, waaronder het perspectief van een werknemer op re-integratie, of een slapend dienstverband voor de werkgever het meest “voordelig” is.
Het wetsvoorstel Compensatie transitievergoeding zieke werknemers beoogt tegemoet te komen aan deze bezwaren van werkgevers. Op grond hiervan kan een werkgever door het UWV gecompenseerd worden voor de transitievergoeding die hij betaalt na het beëindigen van de arbeidsovereenkomst met een langdurig zieke werknemer (dit geldt ook met terugwerkende kracht tot 2015 voor aan zieke werknemers betaalde transitievergoedingen). De compensatie is beperkt tot de transitievergoeding die is opgebouwd tot en met het tweede ziektejaar. Op deze wijze wordt tegemoet gekomen aan het bezwaar van werkgevers dat zij in geval van langdurige ziekte van een werknemer geconfronteerd worden met én loondoorbetaling en re-integratiekosten gedurende het dienstverband én een transitievergoeding bij ontslag wegens deze arbeidsongeschiktheid. Hiermee wordt beoogd de praktijk van het slapende dienstverband te beëindigen.