In een uitspraak van 22 april 2020 oordeelt het Hof van Justitie van de Europese Unie over de vraag of tussen de pakketbezorgdienst Yodel en bezorger B. sprake is van werknemerschap.

Feiten

B. is als zzp’er werkzaam voor Yodel. Op grond van de tussen hen gesloten overeenkomst mag B. zich te allen tijde laten vervangen, indien de vervanger maar aan de kwalificaties van Yodel voldoet. Daarnaast gelden er vaste tarieven per pakketje, hoeft B. niet te werken en mag B. ook voor andere opdrachtgevers, waaronder concurrenten van Yodel, werken en staat het Yodel vrij werk niet aan B. maar aan een ander te geven. De pakketten dienen van maandag tot en met zaterdag te worden afgeleverd tussen 8.30 en 21.00 uur. B. is vrij in het kiezen van tijdstip en volgorde van bezorging.

Voor de fiscus kwalificeert B. als zelfstandige, maar naar zijn mening is in werkelijkheid sprake van werknemerschap in de zin van de Arbeidstijdenrichtlijn. De rechter die de zaak naar het Hof van Justitie van de EU verwijst, legt de volgende vraag voor: zijn personen die (a) geen persoonlijke arbeid hoeven te verrichten maar werk aan subcontractors mogen overlaten, (b) de vrijheid hebben om werk te weigeren, (c) voor derden en concurrenten mogen werken, en (d) binnen bepaalde parameters zelf hun werktijden en volgorde van werk mogen bepalen, uitgesloten van werknemerschap in de zin van de Arbeidstijdenrichtlijn.

Oordeel

Het Hof merkt op dat voor het bestaan van een arbeidsovereenkomst essentieel is dat gedurende zekere tijd in een gezagsverhouding arbeid wordt verricht en verwijst naar zijn uitspraak van 21 februari 2018. De enkele omstandigheid dat iemand naar nationaal recht kwalificeert als zelfstandige, staat niet in de weg aan de kwalificatie van werknemer in het EU-recht (HvJ EU 4 december 2014). Als iemand niet kan beslissen over tijd, plaats en werkwijze, zal snel sprake zijn van werknemerschap. Kan iemand daarentegen wel beslissen of tijd, plaats en werkwijze dan lijkt de gezagsverhouding minder of niet aanwezig en lijkt daarmee geen sprake te zijn van werknemerschap.

Onder deze omstandigheden oordeelt het Hof dat personen die (a) geen persoonlijke arbeid hoeven te verrichten (maar werk aan subconstractors mogen overlaten), (b) vrijheid hebben werk te weigeren, (c) voor derden – concurrenten – mogen werken en (d) binnen bepaalde parameters zelf hun werktijden mogen bepalen en volgorde van werk, zijn uitgesloten van werknemerschap in de zin van de richtlijn, onder de voorwaarden dat deze vrijheid niet fictief is en ook overigens geen sprake is van ondergeschiktheid.

Lees hier de uitspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie.