Op 2 juni 2021 is het ontwerp-advies van de SER gepresenteerd. De belangrijkste punten hieruit zijn:

  • Een rechtsvermoeden van werknemerschap bij een tarief onder het maximumdagloon (30 à 35 euro per uur). Indien de werkende meent dat hij/zij werknemer is, is het aan de opdrachtgever om voor de rechter te bewijzen dat dit niet het geval is.
  • Bepaalde tijd: er mogen drie tijdelijke contracten worden aangegaan gedurende maximaal drie jaar. Permanente tijdelijkheid van werk bij dezelfde werkgever is niet meer mogelijk doordat de onderbrekingstermijn wettelijk komt te vervallen.
  • Oproepcontracten (inclusief nuluren-contracten) worden afgeschaft en vervangen door basiscontracten met ten minste een kwartaalurennorm waardoor het loon van een werknemer voorspelbaar is.
  • Uitzending kan alleen bij “piek en ziek”, gelijke waardering van arbeidsvoorwaarden en maximaal drie jaar.
  • Interne wendbaarheid: de onderneming mag eenzijdig de arbeidsduur (tijdelijk) voor alle werknemers met maximaal 20 procent verlagen bij bedrijfseconomische omstandigheden die anders tot ontslag zouden hebben geleid. De werkgever kan hiertoe eenzijdig besluiten, indien het loon volledig wordt doorbetaald. In overleg tussen decentrale partijen kan hiervan worden afgeweken. Voor 75% van de loonkosten over de verlaagde arbeidsduur is de werkgever verzekerd door een compensatieregeling van Rijkswege, die onmiddellijk ingaat bij aanvraag en achteraf wordt getoetst op juist gebruik (vgl. de systematiek van de NOW). De regeling gaat niet ten koste van opgebouwde WW-rechten.
  • Zelfstandigen worden verplicht zich te verzekeren tegen arbeidsongeschiktheid.
  • Aanpassing fiscale regels: de zelfstandigenaftrek wordt in de SER-voorstellen afgebouwd in samenhang met de overige maatregelen die de bescherming van zelfstandigen verbeteren en met een effectieve oplossing voor het kwalificatievraagstuk.

Lees hier het hele advies: Zekerheid voor mensen, een wendbare economie en herstel van de samenleving (ser.nl).