De rechtbank Amsterdam voert een verkorte procedure in civiele handelszaken in

De verkorte procedure is een procedure die geen uitgebreide getuigenverhoren of deskundigenonderzoek vereist en die wordt behandeld op een wijze die grotendeels overeenkomt met een kort geding. Anders dan bij een kort geding is spoedeisendheid geen voorwaarde voor toelating tot de verkorte procedure. Daarnaast wordt in kort geding altijd een voorlopige uitspraak gedaan; voor een definitieve uitspraak is daarna een zogenaamde bodemprocedure nodig. In de nieuwe verkorte procedure wordt direct definitief beslist en is nadien geen bodemprocedure meer nodig.

Partijen moeten samen kiezen voor deze verkorte procedure en de zaak moet ervoor geschikt zijn. Dit laatste wordt op voorhand door de rechter beoordeeld. Daarbij geldt dat het belang van de zaak ten minste € 5.000 moet bedragen en dat er professionele procesvertegenwoordiging is (een advocaat of deurwaarder).

De rechtbank zal op een termijn van zes tot tien weken na ontvangst van de concept-dagvaarding een zitting plannen. Vóór die zitting moeten alle stukken gewisseld zijn, ook de stukken in een eventuele reconventie  en incident. Vervolgens doet de rechter in principe direct mondeling uitspraak op zitting. Blijkt een mondelinge uitspraak op dat moment niet mogelijk, dan zal binnen vier weken schriftelijk vonnis worden gewezen. Alleen als de zaak niet gereed is voor uitspraak, bijvoorbeeld omdat de rechter meent dat er toch bewijslevering of deskundigenonderzoek moet plaatsvinden, volgt verwijzing en zal de zaak verder op de gebruikelijke wijze worden behandeld.

Met deze nieuwe verkorte procedure worden de voordelen van de bodemprocedure gekoppeld aan die van het kort geding en is het derhalve mogelijk om op korte termijn een definitieve uitspraak van de rechter te krijgen.