Uit een recente uitspraak van het hof Den Haag volgt hoe ver de zorgplicht van een werkgever kan gaan. Een (tijdelijke) medewerkster van een supermarkt liep letsel op toen zij na sluitingstijd privéboodschappen deed in de winkel en ten val kwam. De dag na de val heeft zij zich ziek gemeld en is zij bij de huisarts geweest. Tot het einde van haar dienstverband heeft de werkneemster niet meer gewerkt. De werkneemster heeft de supermarkt aansprakelijk gesteld voor het ongeval. De supermarkt heeft die aansprakelijkheid afgewezen. In eerste aanleg oordeelde de kantonrechter dat het ongeval werkneemster niet is overkomen in de uitoefening van haar werkzaamheden en dat evenmin sprake is van een schending van de zorgplicht van werkgever. Er is (slechts) sprake geweest van een ongelukkige samenloop van omstandigheden. Het hof oordeelt in hoger beroep echter anders.
Het hof stelt voorop dat zowel het begrip ‘werkzaamheden’ als het begrip ‘werkplek’ ruim moet worden opgevat. Verder bepaalt het Arbobesluit dat arbeidsplaatsen veilig toegankelijk moeten zijn en veilig moeten kunnen worden verlaten. Als ervan wordt uitgegaan dat de werkneemster na afronding van haar werkzaamheden en na sluitingstijd boodschappen heeft gedaan, dan geldt dat zij die boodschappen op haar werkplek heeft gedaan, en in ieder geval heeft gedaan vóórdat zij de winkel had verlaten. Het hof is van oordeel dat deze handelingen zo nauw in relatie staan tot werkneemsters dienstverband bij de supermarkt en de uitoefening van haar werkzaamheden op de werkplek, dat het ongeval dat haar is overkomen heeft te gelden als een ongeval in de uitoefening van haar werkzaamheden.
Vast staat dat werkneemster ten minste enige schade, in de vorm van pijn, heeft geleden als gevolg van het ongeval. De supermarkt is in beginsel voor die schade aansprakelijk tenzij de supermarkt aantoont dat zij haar zorgplicht is nagekomen. Doordat de getuigenverklaringen ten aanzien van de toedracht nogal van elkaar afwijken, is op basis daarvan de toedracht van het ongeval onvoldoende komen vast te staan. De toedracht kan ook niet anderszins worden vastgesteld. De supermarkt heeft niet kort na het ongeval een onderzoek verricht naar de werkomstandigheden van werkneemster, de specifieke werkzaamheden of handelingen die zij verrichtte en de mogelijke oorzaak van het ongeval. Ook uit het toedrachtonderzoek blijkt onvoldoende van de feitelijke omstandigheden ter plaatse op het tijdstip dat het ongeval plaatsvond. De conclusie is dan ook dat de toedracht van het ongeval onvoldoende is komen vast te staan.
Ingevolge het Arbobesluit moeten vloeren van arbeidsplaatsen zo veel mogelijk vrij zijn van oneffenheden en moeten zij verder zo veel mogelijk vast, stabiel en stroef zijn. Niet gesteld of gebleken is dat bij de inrichting op enigerlei wijze rekening is gehouden met het voorkomen van het vallen van boodschappen tijdens het inpakken. Daarnaast is niet aannemelijk geworden dat de vloer van de winkel specifieke kenmerken bevat die slip- of valgevaar zoveel mogelijk beperken. Verder heeft de supermarkt ook geen schoenen verstrekt of eisen gesteld aan het schoeisel van personeel teneinde het valgevaar op de vloer van de winkel te beperken. De supermarkt heeft bovendien geen Risico Inventarisatie en Evaluatie (RIE) zoals voorgeschreven in de Arbowet overgelegd waaruit kan blijken welke veiligheids- en omgevingsrisico’s er in de winkel zijn ten aanzien van valgevaar en er is evenmin een plan van aanpak ter zake opgesteld. Ten slotte is ook niet gesteld of gebleken dat een geel waarschuwingsbord op de vloer bij de plek van het ongeval was neergezet.
In het licht van het bovenstaande is het hof van oordeel dat de supermarkt niet bewezen heeft dat zij deze maatregelen of andere toereikende maatregelen toegespitst op de aard van het ongeval, heeft genomen. Het hof concludeert dan ook dat de supermarkt niet aan haar zorgplicht van artikel 7:658 lid 1 BW heeft voldaan. Gelet op het voorgaande verklaart het hof voor recht dat de supermarkt aansprakelijk is voor de door werkneemster ten gevolge van het ongeval geleden en nog te lijden schade.