Uit een recente uitspraak van de rechtbank Amsterdam volgt (weer) duidelijk dat de i-grond een zelfstandige ontslaggrond betreft en niet dient ter reparatie van een andere grond.

 Met ingang van 1 januari 2020 kent het ontslagrecht een zogenaamde cumulatiegrond, de i-grond. Deze cumulatiegrond moet de rechter de mogelijkheid bieden om bij meerdere niet-voldragen ontslaggronden toch tot een ontslag over te gaan. Er moet sprake zijn van een combinatie van omstandigheden uit twee of meer ontslaggronden, die leiden tot een voldragen i-grond. Een deugdelijke onderbouwing hiervan is van groot belang, hetgeen onder meer blijkt uit de uitspraak die wij bespraken in ons blog van 15 april 2020.

Ook uit deze recente uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 8 mei 2020 volgt het belang van een goede onderbouwing. Werkgeefster had verzocht om ontbinding van de arbeidsovereenkomst op grond van de zogenaamde e-grond (verwijtbaar handelen) en/of g-grond (verstoorde arbeidsrelatie) en/of i-grond (combinatie van de gronden). Werkgeefster stelt daartoe dat werknemer ernstig is tekortgeschoten in zijn rol van legal officer van werkgeefster. Volgens het functieprofiel van werknemer was deze verantwoordelijk voor het managen van alle juridische kwesties binnen de groep van werkgeefster en werd werknemer daarbij ondersteund door een klein team van juristen.

Op enig moment wilden de oprichters hun aandelen verkopen in de groep waartoe werkgeefster behoort (Lebara Group, YGT en YT). Per 13 september 2017 is de eigendom in de vennootschap Vieo komen te rusten. De koopprijs van € 342,2 miljoen is door Vieo gefinancierd door een obligatielening, uitgegeven door Nordic Trustee AS. De aandelen zijn als zekerheid aan Nordic Trustee verpand. De aandelen in YGT en YT zijn voor € 16,3 miljoen overgegaan. Bij brief van 15 september 2017 heeft een van de oprichters aan werknemer medegedeeld dat hij onder de werking van het zogenaamde SIS-plan een bonus van € 300.000 kreeg toegekend. De eerste tranche van de bonus was reeds voldaan; de tweede tranche nog niet. Op enig moment heeft Nordic Trustee de eigendom van de aandelen in de Lebara-groep, YGT en YT naar zich toegetrokken omdat Vieo niet aan haar verplichtingen voldeed. Nordic Trustee heeft de Lebara-groep, YGT en YT in mei 2019 opnieuw laten waarderen. Deze herwaardering viel lager uit. Vervolgens is, onder meer door een extern onderzoeksbureau, de rol van werknemer bij de verkoop van aandelen onderzocht. Hangende het onderzoek is werknemer geschorst. Hij heeft zijn werkzaamheden voor Lebara niet meer hervat, waarna Lebara uiteindelijk het hiervoor genoemde verzoek tot ontbinding bij de kantonrechter heeft ingediend.

Naar het oordeel van de kantonrechter is onvoldoende komen vast te staan dat werknemer verwijtbaar heeft gehandeld (e-grond). De door Lebara aangedragen argumenten daartoe zijn niet komen vast te staan, niet zwaar genoeg of niet aan werknemer verwijtbaar. Het hierboven vermelde rapport en de daarin getrokken conclusies maken dit, aldus de kantonrechter, niet anders. Het is de kantonrechter daarbij in het bijzonder niet duidelijk geworden waarom werknemer enig verwijt zou treffen voor de lagere herwaardering van de aandelen van de Lebara-groep. Dat er bij de verkoop van de Lebara-groep, YGT en YT schimmigheden of onregelmatigheden hebben plaatsgevonden mag zou zijn; dat werknemer daarbij heeft geholpen, dat heeft veroorzaakt of dit binnen het bereik van werknemer heeft gelegen, is niet gebleken. Werknemer is bij de financiering van de transactie niet betrokken geweest en dat hij de geldschieters van Nordic Trust had moeten waarschuwen voor iets waar hij geen weet van heeft gehad of waar hij geen betrokkenheid bij had, komt de kantonrechter niet redelijk voor.

Wat betreft de g-grond (verstoorde arbeidsverhouding) oordeelt de kantonrechter dat van een zodanige verstoring dat deze niet meer kan worden opgelost, geen sprake is. Lebara heeft tot op heden geen poging tot een oplossing ondernomen hoewel dit, aldus de kantonrechter, wel op haar weg zou liggen. Een beroep op de g-grond slaagt derhalve evenmin.

Wat betreft de i-grond (combinatie) oordeelt de kantonrechter dat ook deze grond Lebara geen soelaas biedt. De kantonrechter wijst erop dat Lebara in wezen tracht de niet-geslaagde e- en g-grond te repareren met een beroep op de i-grond en daar is, aldus de kantonrechter, deze grond niet voor bedoeld.

De aangevoerde gronden, waaronder derhalve eveneens de i-grond, kunnen derhalve niet leiden tot een ontbinding van de arbeidsovereenkomst. Het verzoek wordt afgewezen.

Uit deze uitspraak, maar ook uit de in ons eerdere blog besproken uitspraak, blijkt derhalve het belang van een deugdelijke onderbouwing van de i-grond.