Het hof Amsterdam stelt prejudiciële vragen aan Hoge Raad over de reikwijdte Kolom-beschikking: leidt een verlaging van de arbeidsvoorwaarden ook tot een transitievergoeding?
In ons nieuwsbericht van 18 september 2018 berichtten wij over de uitspraak van de Hoge Raad in de zogenaamde Kolom-zaak. In die zaak oordeelde de Hoge Raad – kort gezegd – dat onder omstandigheden een gedeeltelijke transitievergoeding verschuldigd is als sprake is van een vermindering van de arbeidsomvang (gedeeltelijk ontslag). Met deze uitspraak is duidelijk geworden dat bijvoorbeeld werknemers die na twee jaar ziekte bij de eigen werkgever in dienst blijven maar wel in een kleinere arbeidsomvang, vaak recht hebben op een transitievergoeding naar rato.
Recent heeft het hof Amsterdam prejudiciële vragen gesteld aan de Hoge Raad over de reikwijdte van deze beschikking van de Hoge Raad, en dan in het bijzonder de vraag of een verlaging van de arbeidsvoorwaarden ook tot een transitievergoeding kan leiden.
In de aan het gerechtshof voorgelegde zaak gaat het om een leerkracht die na twee jaar ziekte door werkgever is herplaatst in de functie van onderwijsassistent, met substantieel lagere arbeidsvoorwaarden. In lijn met de Kolom-uitspraak heeft het hof inmiddels bepaald dat sprake is van voortzetting van de bestaande arbeidsovereenkomst in aangepaste vorm, zodat werknemer weliswaar geen recht heeft op de volledige transitievergoeding, maar wel recht op een gedeeltelijke. De vraag die het hof zich vervolgens stelt, is of door de substantiële en structurele salarisvermindering als gevolg van de functiewijziging kan worden gesproken van een gedeeltelijke beëindiging van de arbeidsovereenkomst op grond waarvan werknemer eveneens aanspraak kan maken op transitievergoeding.
Het gaat hier volgens het hof om een rechtsvraag die rechtstreeks van belang is voor de beslechting of beëindiging van talrijke andere uit soortgelijke feiten voortvloeiende geschillen. Het hof heeft daarom de volgende prejudiciële vraag aan de Hoge Raad voorgelegd:
- Dient met een vermindering van de arbeidsduur gelijkgesteld te worden een vermindering van het salaris als gevolg van een functiewijziging, met dien verstande dat in dat geval ook recht op een transitievergoeding bestaat naar evenredigheid van de salarisvermindering?
- Indien vraag 1 bevestigend wordt beantwoord: gelden voor een dergelijke functiewijziging dan dezelfde eisen als genoemd in r.o. 3.5.5 van de Kolom-beschikking?
- Indien vraag 1 bevestigend wordt beantwoord: geldt dan ook dat het moet gaan om een substantiële en structurele salarisvermindering in dier voege dat het moet gaan om een vermindering van tenminste twintig procent die naar redelijke verwachting blijvend zal zijn?
- Indien vraag 1 bevestigend wordt beantwoord: indien sprake is van zowel een vermindering van arbeidsduur als van salaris, hoe moet in dat geval dan de transitievergoeding worden berekend?
In september 2018 is met de Kolom-uitspraak duidelijk geworden dat transitievergoeding verschuldigd is bij vermindering van de arbeidsomvang. Na beantwoording van bovenstaande vragen zal duidelijk zijn of ook transitievergoeding verschuldigd is bij een vermindering van het salaris wegens wijziging van de functie. Zodra de Hoge Raad de vragen heeft beantwoord, zullen wij hierover berichten.