In eerdere berichten (o.a. op 12 februari jl.) informeerden wij u over de in 2016 ingevoerde wet DBA (Wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties); een wet waar zodanig veel kritiek op is gekomen dat besloten is dat deze wet moet worden vervangen. Doel is nog steeds enerzijds (het inhuren van) echte zelfstandigen zekerheid te bieden dat geen sprake is van een dienstbetrekking en anderzijds het voorkomen van schijnzelfstandigheid.

Aanvankelijk zou voor de handhaving van de wet DBA door de Belastingdienst een overgangsfase van een jaar gelden, in welke periode handhaving zou worden opgeschort behalve voor kwaadwillenden. Inmiddels is besloten dat de handhaving opgeschort blijft tot in ieder geval 1 januari 2020, aldus minister Koolmees (SZW) en minister Snel (Financiën) in hun hoofdlijnenbrief van juni 2018 aan de Tweede Kamer. Wel wordt het toezicht op arbeidsrelaties iets verruimd.

Vanaf 1 juli a.s. wordt de handhaving niet meer beperkt tot de meest ernstige gevallen van kwaadwillendheid (waarbij wordt gehandeld in een context van opzet, fraude of zwendel), maar wordt de handhaving verbreed tot alle kwaadwillenden.

Dit houdt concreet in dat de Belastingdienst diverse opdrachtgevers zal bezoeken en bij een vermoeden van een (fictieve) dienstbetrekking en kwaadwillendheid zal nader onderzoek worden ingesteld. De Belastingdienst zal vervolgens handhavend kunnen optreden als hij de volgende criteria alle drie kan bewijzen:

  • Er is sprake van een (fictieve) dienstbetrekking.
  • Er is sprake van evidente schijnzelfstandigheid.
  • Er is sprake van opzettelijke schijnzelfstandigheid.

Een nadere uitwerking van de maatregelen wordt verwacht in het najaar. Vanzelfsprekend houdt ADVOCURA u op de hoogte.